Woonstad is verhuurder van woningen in de wijk De Wielewaal in Rotterdam. De woningen in deze wijk voldoen niet meer en moeten daarom worden gesloopt. Woonstad heeft in samenspraak met de Gemeente Rotterdam een plan gemaakt voor de herstructurering van De Wielewaal. Daarbij worden nieuwe woningen gebouwd, deels sociale huur, deels vrije sector en deels koop. Woonstad heeft inmiddels een overeenkomst gesloten met een projectontwikkelaar die deze plannen moet gaan uitvoeren.
Een groep bewoners van De Wielewaal heeft een procedure aangespannen tegen Woonstad en de Gemeente Rotterdam. Zij willen voorkomen dat het plan van Woonstad wordt uitgevoerd en ruimte creëren voor een alternatief plan dat is ontwikkeld door de Unie Van en Voor de Wielewaalers. De Unie wil dit plan in eigen beheer realiseren en de nieuwe woningen vervolgens zelf gaan verhuren.
De bewoners hebben aangevoerd dat Woonstad niet zomaar een deel van de wijk aan de projectontwikkelaar mag verkopen. Zij vinden dat Woonstad de (te slopen) woningen eerst moet aanbieden aan de zittende huurders en andere gegadigden. De bewoners en de Unie willen zoveel mogelijk woningen kunnen kopen, zodat vervolgens het nieuwbouwplan van de Unie gerealiseerd kan worden.
De vraag die het gerechtshof moest beoordelen is of Woonstad, voordat zij een deel van de wijk aan de projectontwikkelaar verkocht, op grond van de Woningwet verplicht was om (te slopen) woningen eerst te koop aan te bieden aan de huurders en, in het openbaar, aan anderen. Volgens het gerechtshof is komen vast te staan dat Woonstad alleen een deel van de grond in de Wielewaal (nadat de woningen zijn gesloopt) verkoopt aan de projectontwikkelaar. Omdat de aanbiedingsplicht van de Woningwet alleen geldt als woningen worden verkocht en niet als sprake is van de verkoop van grond, hebben Woonstad en de gemeente Rotterdam niet onrechtmatig gehandeld.