ROTTERDAM - Al 10 jaar heeft Rotterdam een kinderombudsman. Toch is de kennis van kinderrechten te beperkt, vindt Stans Goudsmit van Ombudsman Rotterdam Rijnmond (ORR). Goudsmit vertelt hoe zij, als kinderombudsman, voor kinderen in de regio opkomt in 2025.

Als kinderombudsman is het de zorg van Goudsmit dat alle gemeenten in de regio Rijnmond goed omgaan met ‘hun’ kinderen. ‘Goed betekent dat kinderrechten worden nageleefd.’

Daarvoor behandelt Goudsmit klachten van inwoners over gemeenten. Ook behandelt ze klachten over organisaties waar gemeenten taken aan uitbesteden, zoals Enver voor jeugdhulp en Trevvel voor leerlingenvervoer.

Kinderrechten

Goudsmit gebruikt het Kinderrechtenverdrag om het handelen van gemeenten te toetsen. In dat verdrag staan alle rechten in die kinderen hebben, zoals recht op onderwijs en zorg.

‘De kennis van kinderrechten is te beperkt’, merkt Goudsmit. ‘Bij professionals, bij ouders én bij kinderen zelf. Dat moet veranderen om de positie van kinderen te verbeteren.’

Ook de overheid mist kennis over kinderrechten. Die is wel nodig om het goede te doen. Daarom spreken we als ombudsman gemeenten aan: zij moeten zorgen dat kinderrechten worden nageleefd.’

Groeiend zelfvertrouwen

Met haar collega’s van Ombudsman Rotterdam Rijnmond (ORR) brengt Goudsmit kinderrechten ook onder de aandacht met lessen. ‘Als je kinderen wijst op hun rechten en hen leert die in te zetten, dan zíé je hen groeien in hun zelfvertrouwen.’

In de klas

Goudsmit praat graag op scholen over kinderrechten. ‘In een klas zit een doorsnee van alle soorten kinderen: mondige en minder mondige kinderen, kinderen die het leuk hebben thuis en kinderen die het niet leuk hebben thuis. In de klas kan je de mooiste gesprekken hebben. Kinderrechten zijn mooie haakjes voor die gesprekken, vertellen leerkrachten ons ook.’

In het hart

Meer kennis van kinderrechten zorgt voor zelfvertrouwen. Met haar werk laat Goudsmit kinderen ook op ‘officiële’ plekken praten, bijvoorbeeld bij de gemeente. ‘Inspraak is een kinderrecht én maakt indruk. Dat merk ik als kinderen praten met mensen van de gemeente.’

‘Als kinderombudsman praat ik vaak met ambtenaren. Ik raak die mensen in het hoofd. Kinderen die hun verhalen vertellen raken hen in het hart. Voor verandering is het nodig dat mensen die aan de knoppen zitten in het hart worden geraakt.’

Thuiszitters tot inspraak

Voor 2025 ziet Goudsmit 4 onderwerpen waar ze als kinderombudsman werk van wil maken: ‘Thuiszitters, kinderen met een beperking, inspraak en gedupeerde kinderen van het toeslagenschandaal.’

‘Over thuiszitters publiceerden we pas een rapport . Zo’n rapport is een begin: de wereld verandert pas als aanbevelingen worden opgevolgd. Daaraan werken we in 2025. Ook kijken we wat gemeenten met ons rapport over kinderen met een beperking hebben gedaan.’

‘Qua inspraak is het Burgerberaad Klimaat een slecht voorbeeld. Alleen 16-plussers mogen meedoen, terwijl 16-minners het langst door moeten met dit klimaat! Dat moet beter. Erkenning van gedupeerde kinderen van het toeslagenschandaal blijft ook op onze agenda staan. 2025 wordt een druk jaar, ik begin er met goede energie aan.’