Zo begon de officier vandaag in de rechtbank Rotterdam haar requisitoir. Op die mooie dag in mei ontstond er een levensgevaarlijke situatie in de Leuvehaven in Rotterdam: een aanvaring tussen een watertaxi en een houten sloep. Vanwege dit ongeval heeft het Openbaar Ministerie (OM) vandaag werkstraffen geëist tegen twee verdachte schippers. Het OM verwijt de twee mannen dat zij schuld hebben aan het ontstaan van deze aanvaring met alle gevolgen van dien: het ontstaan van schade, levensgevaar en letsel.
Personenvervoer
Volgens de officier was het die dag niet bijzonder druk op de Nieuwe Maas. Er was niet veel scheepsverkeer en ook het weer zorgde niet voor belemmeringen van het zicht. Toch vond daar een aanvaring plaats. Een 53-jarige man uit Utrecht was op 12 mei 2018 de schipper van een watertaxi. Een 60-jarige man uit Rotterdam was de schipper van de houten sloep. Beide schippers hadden betalende passagiers aan boord en waren volgens het OM bezig met personenvervoer en de uitoefening van hun beroep. In die hoedanigheid hadden beide schippers een grote verantwoordelijkheid om ieder gevaar op aanvaring, het ontstaan van schade of letsel en levensgevaar te voorkomen.
Botsing
De schipper van de sloep was op het moment van aanvaring bezig met een oversteek van de Nieuwe Maas richting de Leuvehaven. Voor aanvang van de oversteek zou de schipper van de sloep de watertaxi al hebben zien aankomen. Toch besloot de schipper van de sloep die oversteek te maken. Pas wanneer de watertaxi op ongeveer 50 meter van de sloep was, besefte de schipper van de sloep dat het niet goed zou gaan aflopen. “Dat heeft echter niet tot actie geleid bij de schipper van de sloep. Hij heeft zijn snelheid niet aangepast en zijn koers niet gewijzigd. Er is door hem geen geluidssignaal met een scheepshoorn afgegeven.(…) Aangezien er aan boord van de sloep geen marifoon aanwezig was, kon de schipper niet via dat communicatiemiddel de schipper van de watertaxi waarschuwen.”, aldus de officier.
De schipper van de watertaxi wordt verweten dat hij onvoldoende uitkijk heeft gehouden terwijl hij met hoge snelheid over de Nieuwe Maas voor. “De schipper heeft de sloep niet gezien, terwijl niks zijn zicht belemmerde. Hij voer een rechte lijn. Andere opvarenden van de watertaxi hebben de passagiers van de sloep wel gezien. Als de schipper van de watertaxi de sloep niet heeft gezien doordat hij in plane voer, had hij zijn snelheid moeten aanpassen zodat hij wel zicht kon houden van ander schepen in zijn omgeving. Doordat de schipper van de watertaxi de sloep niet zag, is hij ook niet uitgeweken en is hij met hoge snelheid tegen die sloep aangevaren.”
Bij de aanvaring raakte de sloep zodanig beschadigd dat deze ter plekke zonk. Voor de opvarenden ontstond er een levensbedreigende situatie. De opvarenden raakten te water en enkelen raakten gewond, waaronder een paar zeer ernstig.
Ernst van de feiten en strafmaat
Van schippers wordt op grond van het Binnenvaartpolitiereglement verwacht dat zij zich ten alle tijden als ‘goed zeeman’ gedragen. Op basis van de vaarregels die aangeeft wie voorrang heeft als twee schepen elkaar kruisen, had volgens het OM de sloep de watertaxi voorrang moeten verlenen. De schipper van de watertaxi had ervoor moeten zorgen dat hij op het doorgaans drukke vaarwater van de Nieuwe Maas ten alle tijde goed de uitkijk behoudt.
De officier vond op zitting dat beide mannen schuld hadden aan de aanvaring, het daardoor ontstane levensgevaar en het zware letsel dat is ontstaan bij twee opvarenden van de sloep. De schipper van de sloep wordt daarnaast nog verweten dat hij niet in het bezit was van een groot vaarbewijs en een certificaat voor marifonie. De officier eiste tegen beide schippers werkstraffen van 100 uur.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.