ROTTERDAM - In de strafzaak Flamenco heeft de rechtbank Rotterdam vandaag aan 10 verdachten gevangenisstraffen opgelegd die variëren van 10 jaar tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar en een taakstraf van 240 uur. In deze strafzaak stonden in totaal 13 verdachten terecht.
De strafzaak heeft betrekking op een strafrechtelijk onderzoek naar een criminele organisatie die zich in de loop van 2020 bezig hield met de invoer van grote(re) partijen cocaïne uit Zuid-Amerika. Zeven verdachten zijn veroordeeld voor de deelname aan die criminele organisatie. Een aantal verdachten is verder veroordeeld voor betrokkenheid bij een of meer van deze drugstransporten en/of strafbare voorbereidingshandelingen daartoe en witwassen. Daarnaast is een aantal verdachten tevens veroordeeld voor het omkopen van twee beveiligingsmedewerkers die werkzaam waren in de haven.
Drie verdachten zijn vrijgesproken vanwege onvoldoende bewijs voor hun betrokkenheid bij de feiten op hun dagvaarding. Bij een verdachte kon niet worden bewezen dat een bepaald Encrochat account uitsluitend door hem werd gebruikt ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Van een andere verdachte kon niet worden bewezen dat hij de contacten had gehad met betrekking tot het gebruik van een garage als locatie voor beoogde tijdelijke opslag en verder vervoer van 2013 kilo cocaïne. Deze hoeveelheid cocaïne was echter in beslag genomen voordat deze de haven kon worden uit gesmokkeld. Bij de derde vrijgesproken verdachte staat niet vast dat hij betrokken was bij de hem specifiek verweten uithaal van cocaïne.
Straffen
Aan de meeste verdachten zijn onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd die variëren van 3 tot 10 jaar. Aan een verdachte is een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd van een jaar, naast de maximale taakstraf van 240 uur.
Encrochat
In deze strafzaak is gebruik gemaakt van telecommunicatiegegevens die eerder waren verkregen in het strafrechtelijk onderzoek tegen Encrochat. De rechtbank heeft alle verweren verworpen ten aanzien van de rechtmatigheid van de wijze van verkrijging van deze gegevens. De rechtbank heeft op basis van de inhoud van de gesprekken bewezen geacht dat een aantal verdachten daadwerkelijk de gebruikers waren van een of meer Encrochat accounts die door de politie aan hen waren toegeschreven