Witwassen opsporen via een vastgoedscan
De FIOD en het Openbaar Ministerie hebben datagestuurd onderzoek verricht naar crimineel vermogen. De focus werd gelegd op het linken van crimineel vermogen aan vastgoed, een zogenaamde vastgoedscan. Hieruit bleek dat er objecten en eigenaren in het onderzochte gebied zijn met een verhoogd risico op witwassen met vastgoed. Uiteindelijk kwam een woning met daaraan gekoppeld één van de verdachten naar voren. Via meldingen van de Financial Intelligence Unit (FIU) is achterhaald dat de eigenaar, de 31-jarige vrouw, van deze woning niet beschikt over legale en bekende inkomsten om deze woning te kunnen bekostigen. Daarnaast was er een FIU-melding bekend over een aangekochte auto van de vrouw. Op basis van deze informatie is een verdenking van witwassen ontstaan en een opsporingsonderzoek gestart.
Financiering woning en auto
De woning bleek deels gefinancierd met geld, dat de mannelijke verdachte eerst contant op zijn rekening had gestort en direct daarna aan zijn dochter had overgeboekt. Het andere deel vloeide voort uit een lening van een bedrijf, dat kort daarvoor nog in handen was van de mannelijke verdachte. De nieuwe bestuurder van dat bedrijf fungeerde volgens het OM als katvanger.
De auto was voor de helft contant betaald en voor de helft via inruil van een voertuig dat de mannelijke verdachte daags voor de inruil op naam van een bedrijf van de katvanger had gezet. Via een ondoorzichtige constructie werd vervolgens gedaan alsof een buitenlands bedrijf het voertuig had gekocht en vervolgens aan de dochter had verhuurd.
Herkomst geld
Uiteindelijk is uitgesloten dat de geldbedragen, waarmee woning en auto zijn bekostigd een legale herkomst hadden en kan volgens het OM worden gesproken van witwassen van de woning en auto die daarmee zijn aangeschaft.
Strafeis: taakstraffen en voorwaardelijke gevangenisstraf
“Het handelen van verdachten is ondermijnend. Met het witwassen wordt de integriteit van het economische verkeer aangetast.” De officier van justitie vindt daarom een taakstraf van 240 uur (te vervangen voor 4 maanden hechtenis) en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden met een proeftijd van 2 jaar voor de man op zijn plaats. Het OM eist 180 uur taakstraf (te vervangen voor 3 maanden hechtenis) tegen de vrouw. Daarnaast vraagt het OM de rechtbank over te gaan tot een verbeurdverklaring van de woning. Dit zou betekenen dat de woning naar de staat gaat. In de strafeis is meegenomen dat de gepleegde delicten al enige tijd geleden zijn gepleegd.
De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak in deze zaak.