ROTTERDAM - Op verdenking van deelname aan een terroristische organisatie in Syrië die gelinkt is aan Al Qaida, heeft het Landelijk Parket zojuist in de rechtbank Rotterdam 6 jaar gevangenisstraf geëist tegen een 35-jarige verdachte uit Rotterdam.
Volgens het OM heeft verdachte in Syrië deelgenomen aan een terroristische organisatie die is gelieerd aan Al Qaida. Verdachte deed dat net als zijn broer M.H. en twee anderen, die alle drie reeds door de rechtbank Rotterdam veroordeeld zijn voor deelname aan een terroristische organisatie eveneens gelieerd aan Al Qaida.
Start onderzoek
Het strafrechtelijk onderzoek van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie is in 2015 gestart naar aanleiding van de vermissing van voornoemde vier personen. Op 18 mei 2020 ontving het Openbaar Ministerie een ambtsbericht van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) over verdachte.
Ambtsbericht AIVD
Volgens het ambtsbericht is verdachte vanuit Nederland naar Turkije gereisd.
Verdachte is in de periode van voorjaar van 2017 tot voorjaar van 2019 gelokaliseerd in Syrië, in gebieden die op dat moment in het territorium liggen dat onder andere wordt beheerst door Hayát Thrir al-Sham (HTS). Volgens informatie in het ambtsbericht heeft verdachte deelgenomen aan een militair trainingskamp en zou hij betrokken zijn geweest bij de handel in springstoffen.
Hayát Thrir al-Sham (HTS)
HTS wordt in januari 2017 opgericht en bestaat uit fracties van diverse jihadistische groeperingen samen. Het is een actieve soennitische islamitische militante groepering die betrokken is bij de Syrische burgeroorlog. HTS stond eerder bekend als Jabhat al-Nusra, gelinkt aan Al Qaida. HTS beschikt over zware wapens en munitie, waaronder explosieven voor militair gebruik.
Verdachte heeft zelf verklaard dat hij in Idlib heeft verbleven. In deze noordwest-Syrische stad in het gelijknamige gouvernement braken in 2017 zware gevechten uit. In augustus 2017 was het merendeel van het gebied in handen was gekomen van HTS. 20.000 van in totaal 30.000 HTS strijders in Syrië zouden in de provincie Idlib hebben verbleven. HTS nam, in de jaren die volgden, steeds verder de macht over en controleerde de regio. Burgers werden bij voortduring ontvoerd, beroofd van hun vrijheid en onderworpen aan marteling en andere vormen van fysieke mishandeling. Dat concludeert een Midden-Oosten deskundige in zijn onderzoek, dat in het requisitoir van de officier van justitie wordt aangehaald.
Verklaringen bij Nederlands consulaat in Istanbul
Tenslotte blijkt uit informatie, die door het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan het OM is verstrekt, dat verdachte zich op 21 augustus 2020 heeft gemeld bij het Nederlands consulaat in Istanbul. Daar heeft hij verklaard dat hij Syriëganger was en zojuist was aangekomen uit Syrië.
Uitspraak
De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.