De vrouw was van 2011 tot 2018 werkzaam bij zorgorganisatie Pieter van Foreest, locatie De Bieslandhof in Delft. Van 2018 tot 2019 werkte zij voor zorgorganisatie Florence op locatie Dekkersduin in Den Haag. Over het algemeen werkte zij met cliënten met dementie. Op de eerste locatie heeft verdachte tijdens haar diensten aan 157 patiënten medicatie onthouden, op de tweede locatie aan 8 patiënten. In totaal werden bij haar 11.000 stuks medicatie aangetroffen.
De zaak kwam eind 2019 aan het licht toen een bekende van verdachte medicijnen aantrof in enkele tassen die ze in bewaring had gegeven. De overige medicatie werd bij verdachte thuis aangetroffen, meestal nog in de baxterrollen van de zorginstanties.
Geen gezondheidsschade
Onder de vele soorten medicatie die werden aangetroffen bevond zich onder meer hartmedicatie, medicatie voor parkinsonpatiënten, medicatie ter behandeling van depressies of paniekstoornissen, ontstekingsremmers, antipsychotica en (zeer zware) pijnstillers. In de meeste gevallen konden de zorginstanties geen bijzonderheden ontdekken in de dossiers van de patiënten aan wie de medicatie was onthouden.
In een enkel geval is geoordeeld dat, op basis van het soort onthouden medicatie, eventuele schade wel zou moeten zijn op te merken in een dossier. Met toestemming van familie of (inmiddels) nabestaanden heeft het Openbaar Ministerie de medische dossiers van vijf patiënten ontvangen en in overleg met het NFI laten beoordelen door een forensisch arts en toxicoloog. Zij konden in geen van de dossiers een causaal verband vaststellen tussen de onthouden medicatie en eventueel (zwaar) lichamelijk letsel of overlijden. In één geval is mogelijk sprake geweest van pijnklachten door het onthouden van pijnstillers.
Druk
De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd, waarin zij aangaf dat ze het werk dat zij deed eigenlijk niet aan kon. Om dat te verhullen, nam ze medicatie waar ze niet meer aan toe kwam mee naar huis. Ze tekende de medicatie wel af als verstrekt.
Verdachte is ontslagen en heeft na haar ontslag professionele hulp gezocht. Zij is niet meer werkzaam in de zorg.
Strafbeschikking
Het Openbaar Ministerie heeft besloten de zaak niet voor de rechter te brengen maar verdachte een strafbeschikking op te leggen. In die beslissing is nadrukkelijk de persoon en de houding van verdachte meegewogen en het feit dat haar handelen niet tot gezondheidsschade heeft geleid bij patiënten.
De vrouw heeft zich volgens het Openbaar Ministerie schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking en aan overtreding van artikel 96 lid 1 van de Wet BIG (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg). Die wet moet patiënten beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van zorgverleners. Verdachte heeft de meest kwetsbare patiënten nodige zorg onthouden. Mede om die reden legt het Openbaar Ministerie de hoogst mogelijke strafbeschikking op, namelijk een werkstraf van 180 uur.
Verdachte heeft de strafbeschikking geaccepteerd. De families, nabestaanden en zorginstellingen zijn hierover geïnformeerd.