Het vijftal is aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij het op grote schaal ondergronds bankieren en het witwassen van crimineel geld, vermoedelijk afkomstig uit de cocaïnehandel. De politie is de verdachten op het spoor gekomen door informatie van het Team Criminele Inlichtingen (TCI) en de Financial Intelligence Unit (FIU). Zes woningen en twee bedrijfspanden zijn doorzocht. De politie heeft beslag gelegd op zo’n 42 woningen, waaronder appartementen van boven de miljoen euro in Rotterdam. De woningen hebben in totaal een geschatte waarde van ongeveer 25 miljoen euro. Ook is een grote hoeveelheid bedrijfsadministratie in beslag genomen.
Crimineel ondergronds bankieren
Drie verdachten, mannen van 45, 49 en 73 jaar oud, zijn verbonden aan een geldtransactiekantoor dat zich van oorsprong richt op money transfers tussen Suriname en Nederland. Het onderzoek richt zich op criminele geldstromen die via dit bedrijf zouden plaatsvinden. De 49-jarige verdachte heeft zich vermoedelijk jarenlang schuldig gemaakt aan ondergronds bankieren. Hierbij zou hij gebruik hebben gemaakt van een crimineel financieel netwerk in Nederland, Slowakije en Suriname. Hij wordt ook verdacht van valsheid in geschrifte. Van de andere verdachten, waaronder twee mannen van 53 en 54 jaar uit Rotterdam, wordt ook vermoed dat zij tot het netwerk behoren.
Grof geweld
De verdachten en hun onderneming zijn al decennialang actief op de internationale financiële markten. Het vermoeden bestaat dat zij hun kennis en dit financiële netwerk hebben gebruikt om crimineel geld wit te wassen. Op deze manier werd contant geld, vermoedelijk afkomstig van drugshandel, in de markt gebracht zonder dat dit direct opviel.
Robin de Jager, teamchef FINEC, Dienst Landelijke Recherche:
Deze criminele handelsactiviteit is complex, winstgevend en van steeds groter belang nu de winsten van de drugshandel maar blijven groeien. Criminele netwerken kunnen alleen actief blijven als zij internationale geldstromen opzetten die ondergronds plaatsvinden òf op een verhulde manier. Het witwassen van crimineel geld binnen de zware georganiseerde criminaliteit is onlosmakelijk verbonden met het gebruik van grof geweld en heeft daarom de volle aandacht van de politie.
Bestuurlijke boete van DNB
De onderneming van de verdachten verzorgt geldwisseltransacties en money transfers. Hiervoor heeft zij twee vergunningen van De Nederlandsche Bank (DNB). In 2014 heeft DNB het bedrijf een bestuurlijke boete opgelegd, omdat zij geen adequaat beleid zou hebben gevoerd dat een integere bedrijfsuitoefening waarborgt. Onderzoek van de Landelijke Eenheid en het Landelijk Parket wijst erop dat het bedrijf deze rol jaren later nog steeds verzaakt. Niels Huisman, officier van justitie Landelijk Parket:
De Nederlandse staat, maar ook landen om ons heen, vragen steeds meer tekst en uitleg over de herkomst van grote contante geldbedragen. Dit is vooral lastig voor mensen die hun geld verdienen in de criminaliteit. Om dit geld toch te kunnen gebruiken om huizen en auto’s te kopen moeten criminelen steeds complexere constructies verzinnen. Dit vereist specifieke kennis en een uitgebreid netwerk. Het vermoeden bestaat dat de verdachten zich toelegden op deze vorm van criminaliteit en daarmee veel geld hebben verdiend, om bijvoorbeeld een uitgebreide vastgoedportefeuille op te bouwen.
(geen) poortwachtersrol
Naast een actieve betrokkenheid bij ondergronds bankieren, bestaat het vermoeden dat het bedrijf tussen 2017 en tot 2022 veelvuldig heeft verzuimd om financiële transacties tijdig of überhaupt te melden bij de FIU. Bedrijven zijn verplicht ongebruikelijke transacties hier te melden, en hebben zo een poortwachtersrol om crimineel geld op te sporen. Het onderzoek lijkt erop te wijzen dat het bedrijf onjuiste en/of onvolledige informatie heeft verstrekt aan banken, de DNB en de FIU. Hierdoor hebben deze instellingen vermoedelijk geen betrouwbare inschatting kunnen maken van het risico op witwassen door het bedrijf. DNB is door de politie op de hoogte gesteld van de vermeende misstanden.