ROTTERDAM - Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag een 53-jarige man uit Rotterdam veroordeeld tot zestien jaar gevangenisstraf voor moord op zijn partner. De moord is gepleegd op 22 juli 2022. Bij de rechtbank Rotterdam was hij veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf wegens doodslag. Tegen die beslissing was het openbaar ministerie in hoger beroep gegaan.
Val uit het raam
De verdachte en het slachtoffer hadden in de vroege ochtend van 22 juli 2022 ruzie in de slaapkamer van hun woning. Toen het slachtoffer aangaf dat de verdachte het huis uit moest, heeft de verdachte naar eigen zeggen besloten dat hij haar en zichzelf van het leven zou beroven. Hij probeerde vervolgens haar te wurgen en toen dat niet lukte, probeerde hij haar keel door te snijden met een stanleymes. Zij bood veel weerstand, waardoor het mes afbrak. De verdachte rende toen naar de keuken om een kapmes te halen. Bij terugkomst in de slaapkamer kon hij het slachtoffer niet meer vinden. Zij bleek in doodsangst uit het raam te zijn geklommen, waarna zij van twee hoog naar beneden is gevallen op het trottoir. Zij is ter plekke overleden als direct gevolg van de verwondingen door de val.
Dood slachtoffer is redelijkerwijs aan de verdachte te rekenen
Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte voor het slachtoffer een zo levensbedreigende situatie heeft geschapen dat zij geen andere uitweg zag dan voor hem te vluchten uit het raam. Die beslissing was in dit geval begrijpelijk en ook redelijkerwijs te voorzien. Onder deze omstandigheden is de fatale val van het slachtoffer door hem veroorzaakt en kan haar dood aan hem worden toegerekend.
Voorbedachte raad
Anders dan de rechtbank heeft beslist, vindt het hof bewezen dat de verdachte heeft gehandeld met voorbedachte raad. Dat komt doordat de verdachte het stanleymes die ochtend in zijn broekzak had gestopt, voordat hij naar de slaapkamer ging om het slachtoffer aan te spreken. Dit wijst erop dat hij van tevoren tijd heeft gehad om na te denken over het besluit haar te doden en dat ook heeft gedaan. Tijdens de gewelddadige confrontatie zijn er momenten geweest waarop hij met zijn plan had kunnen stoppen, bijvoorbeeld toen zijn mes afbrak en hij naar een andere ruimte ging. Dit deed hij bewust, om een nieuw wapen te halen om het slachtoffer alsnog mee te doden. Bovendien heeft het hof vastgesteld dat de verdachte in de 20 minuten voordat het slachtoffer uit het raam viel een schuif op de voordeur heeft gedaan, om te verhinderen dat zij kon vluchten. Ook dat wijst erop dat de verdachte niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Dit betekent dat sprake is van moord in plaats van doodslag.
Straf en schadevergoeding
Bij het bepalen van de straf neemt het hof in aanmerking dat de verdachte ervoor heeft gezorgd dat het leven van het slachtoffer op een vreselijke manier is geëindigd. Daarmee heeft hij ook aan haar nabestaanden een groot en onherstelbaar leed toegebracht. Het slachtoffer is overleden op klaarlichte dag op de openbare weg. Meerdere getuigen hebben haar om hulp horen schreeuwen, haar zien vallen en zien liggen op het trottoir. Dit heeft in de samenleving en bij omwonenden in het bijzonder voor verbijstering en angst gezorgd. Het hof heeft er verder rekening mee gehouden dat deskundigen hebben geadviseerd om de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. Het hof acht een gevangenisstraf voor de duur van 16 jaar passend en geboden. Dit is gelijk aan de eis van de advocaat-generaal. Ook moet de verdachte schadevergoeding betalen aan drie nabestaanden van het slachtoffer.