Ernstige feiten
In de P.I. heeft de 42-jarige man geprobeerd met voorbedachten rade een bewaarder om het leven te brengen. Hij heeft daartoe zelf een steekwapen gemaakt. Vanuit het niets heeft hij een bewaarder aangevallen en hem tot twee keer toe gestoken. Het letsel is uiteindelijk beperkt gebleven. Daarnaast heeft de verdachte geprobeerd een andere bewaarder zwaar letsel toe te brengen door een pan met hete olie in zijn richting te gooien. Hierbij is deze bewaarder licht gewond geraakt. Tot slot heeft verdachte forse schade aangericht in een recreatieruimte en sportzaal van de P.I.
Eis van 10 jaar
De officier van justitie heeft in deze zaak een gevangenisstraf van 10 jaar geëist. Daarbij is aangevoerd dat strafoplegging relevant is voor preventie, vergelding en de (financiële) belangen van de slachtoffers. De officier van justitie heeft daarnaast aangevoerd dat het van belang is dat de verdachte een gevangenisstraf krijgt opgelegd met het oog op een mogelijk gratieverzoek in de toekomst.
Symbolische betekenis
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat strafoplegging geen enkele meerwaarde heeft in het kader van de strafdoelen van preventie en vergelding, om de simpele reden dat de verdachte sinds 2019 al een levenslange gevangenisstraf uitzit. De door de officier nagestreefde doelen worden ook bereikt door een schuldigverklaring zonder oplegging van straf. Een gevangenisstraf dient in dit geval dan ook geen redelijk doel en zou niet meer dan symbolische betekenis hebben.
Wel wordt de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de bewaarder die is gestoken en aan de PI vanwege de vernielde goederen.