De rechtbank acht de moord op het 32-jarige slachtoffer bewezen en ook de poging tot moord op de omstanders. Er wordt uitgegaan van een vooropgezet en doordacht plan om op een groep personen te schieten. De schutter wordt dit als pleger aangerekend. De tweede man, de bestuurder van een scooter, als medeplichtige, omdat hij niet bij het schieten zelf betrokken was.
De rechtbank houdt de verdachten verantwoordelijk voor het koelbloedig op straat doodschieten van het slachtoffer. Er is met een (semi) automatisch vuurwapen op een groep mensen geschoten. Ter plaatse zijn 28 hulzen zijn aangetroffen.
Er is onherstelbaar leed bij de nabestaanden veroorzaakt. Dit leed is des te meer ondraaglijk omdat de reden van het schietincident niet is opgehelderd. De verdachten hebben daar niet over verklaard.
De schutter wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 jaren met aftrek van voorarrest en de medeplichtige scooterbestuurder tot een gevangenisstraf van 15 jaren met aftrek van voorarrest. De officier van justitie eiste gevangenisstraffen van respectievelijk 25 jaren voor de schutter en 20 jaren voor de scooterbestuurder.