ROTTERDAM - De rechtbank Rotterdam heeft vandaag een 16-jarige verdachte veroordeeld voor het doodsteken van de 15-jarige Alice. De rechtbank acht bewezen dat zij het slachtoffer heeft gestoken en verwerpt haar beroep op noodweer. De verdachte wordt veroordeeld tot 18 maanden jeugddetentie. Ook wordt haar een voorwaardelijke PIJ-maatregel opgelegd met een verplichte klinische behandeling.
Verminderd toerekeningsvatbaar
De verdachte heeft op 12 augustus 2020 haar vriendin drie keer met een mes in het bovenlichaam gestoken. Daarbij is een steek door het hart van het 15-jarige meisje haar fataal geworden. Onduidelijk is gebleven wat voorafgaand en tijdens dit drama zich precies heeft afgespeeld. De verdachte heeft daarover geen openheid van zaken willen geven en heeft met haar verklaring over wat er is gebeurd kennelijk de werkelijke toedracht willen verhullen.
De psycholoog en psychiater hebben vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is en dat de kans op recidive matig tot hoog is, als de verdachte geen behandeling ondergaat.
Langdurige jeugddetentie
De rechtbank kan gezien de ernst van het feit niet anders reageren dan met het opleggen van een langdurige jeugddetentie. De maximale detentiestraf voor een 16-jarige verdachte is vierentwintig maanden. Omdat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, en aan de verdachte een verplichte klinische behandeling, zal worden opgelegd, wordt een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van achttien maanden passend en geboden geacht.
De rechtbank zal de verdachte verplichten om een klinische behandeling te ondergaan door dit als bijzondere voorwaarde op te nemen bij een op te leggen voorwaardelijke PIJ-maatregel, ook wel bekend als ‘jeugd-tbs’. De voorwaardelijk op te leggen PIJ-maatregel zal bij eventuele tenuitvoerlegging verlengbaar zijn tot een termijn van maximaal zeven jaar, waarvan het laatste jaar voorwaardelijk.