ROTTERDAM/DEN HAAG - Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag twee mannen veroordeeld voor het medeplegen van moord. Het hof legt aan hen een gevangenisstraf van 21 jaar op. Het werkt strafverzwarend dat het hier een liquidatie betrof.


Op 5 juni 2020 werd in Rotterdam een 58-jarige man van dichtbij neergeschoten, terwijl hij met zijn vrouw de hond uitliet. De schutter is uit een auto gestapt, schoot 25 patronen af met een automatisch vuurwapen en stapte weer in, waarna deze auto met hoge snelheid wegreed. Even later werd de auto vlakbij brandend aangetroffen. Daarin lag het vuurwapen waarmee is geschoten. De verdachten hebben zich op hun zwijgrecht beroepen. Hoewel het hof niet heeft kunnen vaststellen wie van de verdachten heeft gereden of geschoten, worden zij beiden veroordeeld voor medeplegen van moord. Zij hebben samen voorverkenningen gedaan en de moord gezamenlijk uitgevoerd. Daarbij past dat zij dezelfde straf krijgen.

Aangezien de verdachten de moord hebben gepleegd tegen betaling, spreekt het hof van een liquidatie. De door de rechtbank in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf van 18 jaar doet naar het oordeel van het hof geen recht aan de ernst van het feit. Het hof komt tot een hogere gevangenisstraf van 21 jaar voor beide verdachten. De vorderingen tot schadevergoeding van de nabestaanden zijn toegewezen.