ROTTERDAM - De rechtbank Rotterdam heeft vandaag uitspraak gedaan in de zaak tegen een 28-jarige vrouw en een 31-jarige man, die verdacht werden van poging doodslag dan wel zware mishandeling van hun vijf weken oude dochter. Het Openbaar Ministerie (OM) had aan de ouders ten laste gelegd dat zij opzettelijk ernstig lichamelijk letsel hebben toegebracht, maar vroeg vrijspraak omdat dit niet bewezen kon worden. De rechtbank concludeert dat er voldoende bewijs is dat het meisje is mishandeld, maar dat uit het bewijs niet blijkt wie het letsel heeft toegebracht.


Op 16 juli 2020 werd een meisje met ernstige verwondingen, waaronder botbreuken en bloeduitstortingen, door haar ouders naar het ziekenhuis gebracht. Artsen konden de verwondingen niet verklaren door een medische oorzaak en meldden het incident bij de autoriteiten. Deskundigen concludeerden dat de verwondingen (veel) waarschijnlijker waren wanneer het meisje was mishandeld dan wanneer zij een ongeluk had gehad, gezien de aard van de breuken en de combinatie van letsels.

Beoordeling door de rechtbank

Op 16 juli 2020 werd een meisje met ernstige verwondingen, waaronder botbreuken en bloeduitstortingen, door haar ouders naar het ziekenhuis gebracht. Artsen konden de verwondingen niet verklaren door een medische oorzaak en meldden het incident bij de autoriteiten. Deskundigen concludeerden dat de verwondingen (veel) waarschijnlijker waren wanneer het meisje was mishandeld dan wanneer zij een ongeluk had gehad, gezien de aard van de breuken en de combinatie van letsels.