SCHIEDAM - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een gevangenisstraf van twaalf jaar en zeven maanden geëist tegen een 46-jarige man uit Schiedam. Hij wordt verdacht van een moordpoging op een parkeerplaats in het recreatiegebied Bernisse in Zuidland op Voorne Putten.
De verdachte is op 15 maart 2017 door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien jaar. De man is tegen die straf in hoger beroep gegaan.
Ternauwernood in veiligheid
Vast staat dat op 30 maart 2015 de verdachte meerdere schoten heeft afgevuurd op het 53-jarige slachtoffer. De man, die meerdere keren wordt geraakt, weet zich ternauwernood in veiligheid te brengen. De advocaten-generaal (AGs), zijn duidelijk over het voorval: “Het slachtoffer redt zich van een vrijwel zekere dood door een sprong in het ijskoude water. Hij doet zijn jas in het water uit om de verdachte te laten denken dat hij is overleden en verschuilt zich in het riet van de oever.
“Het slachtoffer redt zich van een vrijwel zekere dood door een sprong in het ijskoude water. Hij doet zijn jas in het water uit om de verdachte te laten denken dat hij is overleden en verschuilt zich in het riet van de oever.”
Verschillende verklaringen
Het slachtoffer en de verdachte leggen twee totaal verschillende verklaringen af over wat er is gebeurd. Volgens de verdachte moet hij in verband met het verlies van een partij drugs met het slachtoffer mee om het uit te praten. In de Bernisse haalt het slachtoffer volgens hem een wapen tevoorschijn om hem om te brengen. Daarop ontstaat een worsteling, waarbij de verdachte het wapen weet te bemachtigen. Hij zegt daarna op het slachtoffer te schieten om zichzelf te beschermen.
Het slachtoffer legt een andere verklaring af. Hij zegt een afspraak te hebben met meerdere personen in Zuidland. Vlak voor het dorp draaien ze de Bernisse in, stapt de verdachte met een smoesje uit en haalt een wapen uit de kofferbak van de auto. Hij wordt door hem beschoten en weet ternauwernood te ontsnappen.
Vaag en inconsistent
De AGs constateren op basis van onder meer de bewegingen van de gebruikte vervoermiddelen en uitgewisselde sms-berichten dat de verklaring van het slachtoffer moet kloppen. De verklaringen van de verdachte zijn inconsistent en op punten vaag.
Zo geeft de verdachte geen verklaring over het feit dat hij de middag voor het schietincident samen met zijn (in criminele kringen bekende) vader en zijn broer op het nabijgelegen vakantiepark is geweest. Een op verzoek van de verdediging verzochte reconstructie waarbij de verdachte zijn kant van de zaak nader kon toelichten roept daarbij meer vragen dan antwoorden op.
“Samenvattend moet de conclusie zijn dat de verklaring van het slachtoffer juist is”, zeggen de AGs in hun requisitoir. “Wij achten dan ook de poging moord wettig en overtuigend bewezen.”
Korting
De AGs vinden een lange gevangenisstraf gepast. Daarnaast moet het OM nog steeds gissen naar het waarom van de moordpoging. Zij kunnen de gebeurtenis niet los zien van grootschalige invoer van verdovende middelen. Daarvan worden ook andere mannen in deze zaak verdacht. Daarbij speelt een onlangs veroordeelde corrupte douaneambtenaar ook een rol. Het slachtoffer is voor de omkoping van deze douaneman veroordeeld.
De strafeis valt overigens lager uit dan de eis van de officier van justitie en het vonnis van de rechtbank. De reden daarvoor is dat de zaak in de ogen van het OM eerder had moeten worden afgedaan, waardoor er sprake moet zijn van een korting van tien procent op de eventueel op te leggen straf.