ROTTERDAM - Voor de rellen op de Beijerlandselaan van afgelopen maandag staan vrijdag (29 januari) de eerste twee verdachten voor de rechter tijdens een supersnelrechtzitting. Het gaat om een 19-jarige Rotterdammer die verdacht wordt van het gooien van voorwerpen richting een bus van de Mobiele Eenheid en een 25-jarige man uit Rotterdam die verdacht wordt van het plunderen van een winkel.
Harde aanpak
De rellen op de Beijerlandselaan hebben diepe impact op de Rotterdamse samenleving en hebben ook buiten de stadsgrenzen voor geschokte reacties gezorgd. De winkels van hardwerkende ondernemers zijn vernield en geplunderd. Agenten die de orde wilden herstellen werden bekogeld met stenen, straatmeubilair en zwaar vuurwerk.
Het Openbaar Ministerie is samen met een omvangrijk onderzoeksteam van Rotterdamse politie druk bezig met het opsporen van relschoppers. Er is veel beeldmateriaal beschikbaar dat op dit moment wordt bekeken. Er wordt hoe dan ook alles in het werk gesteld de verantwoordelijken voor de onlusten in Rotterdam-Zuid aan te pakken.
Geweld is geen oplossing
De maatregelen die zijn genomen om de coronabesmettingen terug te dringen zijn voor veel mensen zwaar. De rellen in Rotterdam en andere steden hebben in korte tijd gezorgd voor nog meer onrust en schade. Om juist in deze tijd op te roepen tot rellen of daaraan mee te doen is onacceptabel en werkt ontwrichtend.
Hoofdofficier van justitie Hugo Hillenaar: “Op geweld tegen hulpverleners staan forse straffen. Dat geldt ook voor het vernielen of plunderen van andermans eigendommen. Maar zeker ook het oproepen tot geweld op bijvoorbeeld social media is een strafbaar feit. Daarom zullen we gaan inzetten op forse straffen voor de verantwoordelijken van deze geweldsgolf.”