UTRECHT/ROTTERDAM - Tegen negen mannen, die verdacht worden van het vormen van een criminele organisatie gericht op de grootschalige productie en handel van cocaïne in Utrecht en Rotterdam, zijn deze week celstraffen geëist tot zestig maanden. Aanleiding was een brand in een woning aan de Utrechtse Amerikalaan op 2 maart 2019. Bij het blussen werden verdovende middelen gevonden. De brand was vermoedelijk ontstaan door een fout in het zuiveringsproces van de drugs.
De dag na de brand werd de flat grondig doorzocht. Er werden 16 kilo cocaïne, vier kilo versnijdingsmiddel, een sleutel van een Audi, contant geld, een vacumeerapparaat en een doosje met bonnen en andere papieren gevonden. Ook werden er DNA-sporen veilig gesteld. Daarnaast werden er camerabeelden, sommige met geluidsopnamen, opgevraagd en kentekennummers nagetrokken. Op basis van deze aanknopingspunten kwamen tien mannen in beeld, waarvan er één onvindbaar is. De andere negen verdachten komen uit Utrecht, Amsterdam en Rotterdam en zijn in de leeftijd van 22 tot 51 jaar.
Voor hun aanhouding werden de mannen getapt en geobserveerd. Hieruit bleek dat ze hun criminele activiteiten na de brand voortzetten. Zo werd er een nieuw pand gezocht voor de Amerikalaan. Naast de flat in de Amerikalaan maakte de organisatie gebruik van drie panden in Rotterdam als werklocatie. In die panden werden veel telefoons, drugs, contant geld en kasboeken aangetroffen. Er werd veelvuldig gesproken over het productieproces en het verpakken van de cocaïne, en over het vervoeren en bewaren van grote sommen contant geld. Na hun aanhouding in juli 2019, werden hun woningen doorzocht. Hier werden een groot aantal telefoons en simkaarten, grote contante geldbedragen, dure merkkleding en sieraden, verdovende middelen, een vuurwapen en kasboeken met informatie over de handel gevonden. Ook werden vier auto’s in beslag genomen.
Op basis van de onderzoeksbevindingen kwam de officier van justitie tot bewijs voor het vervaardigen van en handel in hard drugs en acht van de negen mannen wordt verweten deel uit te maken van een criminele organisatie. De organisatie kende een zeker hiërarchie, had een duurzame en structurele manier van werken en elk van de mannen had een plek en rol in de organisatie. “Het was hun baan”, merkte de officier op, “en het gaat hier niet om straatdealers maar om de laag daarboven”. Gelet op de ernst van de feiten en de rollen die de verdachten vervulden eiste het OM vandaag celstraffen van 36, 54 en zestig maanden tegen de drie verdachten die vandaag terecht stonden. Tegen de overige zes verdachten die in Rotterdam opereerden, eiste de officier vrijspraak voor een van hen en celstraffen tot 48 maanden voor de overigen.
Tenslotte eiste de officier dat alle goederen die verband houden met de productie en handel in drugs verbeurd worden verklaard, waaronder ook de auto’s, en kondigde ze een ontneming aan van de criminele verdiensten.