Op 19 oktober 2024 gaat bij een pizzeria in Rotterdam een explosief af. Vrijwel direct wordt een man aangehouden. In zijn telefoon staan berichten als ‘En bro je moet echt die bakkie gooie en die ding aansteken en in die raam gooie.’ Het zouden berichten zijn van de opdrachtgever van de aanslag. Het bericht zou opdracht geven tot het ingooien van een raam met een baksteen en vervolgens het ontsteken en naar binnen gooien van zwaar en illegaal vuurwerk.
Verder moet medio april 2024 een man onder dreiging van een vuurwapen zijn jas, een bank- en een OV-pas afstaan. Ook wordt hij gedwongen op zijn knieën te gaan zitten en ‘sorry’ te zeggen. Er wordt een vuurwapen op zijn slaap gezet. De man die excuses maakt wordt door verdachte gefilmd. Het voorval zou zich afspelen tussen twee rivaliserende groeperingen in de wereld van de ‘drillrap’.
Tot slot wordt op 4 april 2024 een man in de metro beroofd van een telefoon en geld. Hij wordt in het gezicht geslagen en met de dood bedreigd. Het slachtoffer mag niet uitstappen en met zijn telefoon worden ter plekke geldbedragen overgemaakt naar een bankrekening waar verdachte toegang toe heeft.
Beslissing
De rechtbank Rotterdam acht bovenstaande gebeurtenissen bewezen. Tekstberichten die werden verstuurd tussen verdachte en de uitvoerder van de vuurwerkaanslag geven voldoende overtuiging dat verdachte opdracht gaf tot de aanslag. De verdachte bekent de afpersing, diefstal met geweld en de 'afgedwongen excuses'.
De rechtbank Rotterdam legt een gevangenisstraf van drie jaar op. Ook moet de verdachte aan twee slachtoffers een schadevergoeding betalen. Daarnaast moet verdachte een eerder opgelegde voorwaardelijke celstraf van 48 dagen uitzitten.
Niet bewezen acht de rechtbank drie andere verdenkingen van het Openbaar Ministerie: betrokkenheid bij twee andere explosies en diefstal met geweld.